Reclamebord Bloemenstoet 1959

Bloemenstoeten

Social media sharing

Bloeiend erfgoed

Bekijk ook de collectie foto's op de Beeldbank!

Wie herinnert zich nog de zomercavalcaden en bloemenstoeten op de eerste zondag van augustus in de jaren 1950 en 1960? Deze zomerse attractie brengt jaarlijks vele kijklustigen op de been langsheen een parcours in het stadscentrum en tijdens de apotheose op de Grote Markt. Ook tot ver buiten Sint-Niklaas groeit dit evenement uit tot een toeristische trekpleister van formaat.

Vrijwilliger Marleen De Smedt (° Sint-Niklaas 1956) groeit op in een familie van bloemisten. Haar ouders, enkele ooms en tantes zijn betrokken bij de bloemenstoeten als figuranten, ontwerpers en uitvoerders. Marleen kent het werk achter de schermen en ziet dit stukje bloeiend erfgoed niet graag verloren gaan. Jarenlang verdiept ze zich in de geschiedenis van deze stoeten. Ze duikt hiervoor in het stadsarchief en beschrijft al het bijeengezochte materiaal. Ze verzamelt bij vroegere medewerkers een uitgebreid fotoarchief en interviewt bloemisten, wagenbouwers en tekenaars.

ontwerp van Maurice Fels

 

De troost van een echte kaarter

Tekening van een bloemenwagen door Maurice Fels. Het ontwerp wordt nooit gerealiseerd. Maurice maakt deze schets in het rusthuis waar hij overleed in april 2011, op 91-jarige leeftijd. Hij bleef hopen dat de bloemenstoeten opnieuw zouden georganiseerd worden.

In de Annalen (deel 126, 2023) van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas schetst Marleen De Smedt een algemeen beeld van de traditie van de bloemencorso’s. Haar uitvoerig opzoekingswerk levert een geïllustreerd chronologisch overzicht van deze stoeten in Sint-Niklaas van 1930 tot 1970 op. Ook de kroniek, een uitgave van het stadsarchief (2017), is grotendeels op het onderzoek van Marleen gebaseerd.

Deze onderzoekster gaat heel grondig te werk. Ze maakt er een erezaak van om elke bloemenwagen te identificeren en liefst met een foto erbij. Dat leidt tot een zeer uitgebreid fotoarchief dat via de stedelijke beeldbank voor iedere liefhebber toegankelijk wordt. Als vrijwilliger besteedt Marleen talloze uren aan het beschrijven van alle verzamelde beelden. Dat is archiefwerk ten top!

Voor Marleen zijn de bloemenstoeten ook een voorbeeld van intense samenwerking tussen mensen. Dat verhaal werkt ze graag verder uit. Hieronder lees je het ‘werk van vele handen’.

Handelaars, bedrijven of verenigingen kunnen een wagen aanbieden voor deelname aan de bloemenstoeten. Ze voorzien hiervoor de nodige financiële middelen en gaan op zoek naar een uitvoerder van die plannen volgens een gekozen thema. Ontwerpers tekenen een plan uit, technici zorgen voor de opbouw van de wagen en firma’s leveren de nodige bloemen. Dan zijn er nog vele handen nodig: vrijwilligers voor het steken van de bloemen op de wagen, bloemenbinders voor het maken van bloemstukken, paarden-, motor- of mankracht voor het voortbewegen van de wagen. Een goede organisatie is hierbij onontbeerlijk.

10 september 1967  |  Nr. 23  |  Reinaert De Vos

Aangeboden door de K.W.B. en de K.A.J. van de Sint-Jozefparochie te Sint-Niklaas. Ontworpen door Roger De Smet. Gerealiseerd door de vereniging der fleuristen.

Wagen in opbouw in een werkruimte van de stadsdiensten.

(c) Foto: Rita Heirbaut

1967 Nr. 23 Reinaert De Vos

De organisatoren

In 1928 roept het ‘Koninklijk Verbond der Hofbouwmaatschappijen van België’ de bevolking op tot bebloemingsacties ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van België in 1930. In Sint-Niklaas wordt een comité samengesteld ter voorbereiding van een bloemenstoet. In 1938 lanceert de Sint-Niklase middenstand de idee om opnieuw een bloemenstoet te organiseren onder het motto ‘Volksverheffing door bloemen’. De organisatie is in handen van een stedelijke feestcommissie, die vergadert in café De Hert.

Als gevolg van de Tweede Wereldoorlog en het naoorlogse bloementekort wordt pas in 1948 een volgende stoet georganiseerd. De organisatiestructuur wordt grondig herzien. Onder de bezieling van Albert Vermaere, schepen van Onderwijs en Feestelijkheden, wordt een comité samengesteld dat bestaat uit afgevaardigden van private verenigingen en leden aangesteld door het schepencollege. De vergaderingen vinden tot 1970 plaats in café Hemelrijk. Naast het Inrichtend Comité en het Hoofdcomité bestaan er drie ondercomités:  een voor de eigenlijke bloemenstoet, een voor de zomercavalcade en een derde voor financiën en propaganda. In 1952 wordt dit laatste comité gesplitst. Er wordt nog een technisch comité als vijfde onderdeel opgericht. Een Beschermcomité met afgevaardigden van het provinciebestuur volgt in 1964; het Hoofdcomité wordt dan omgedoopt in Uitvoerend Comité.

1963 nr. 20 Sylvia

 

4 augustus 1963  |  Nr. 20  |  Sylvia

Aangeboden door de Firma Tuypens P.V.B.A. Ontworpen en gerealiseerd door de Gebroeders De Smedt, fleuristen van Sint-Niklaas. Personen op de foto: Maria/Miet en Rita Vermaere, familie van Albert Vermaere.

Schenker foto: Suzy D'Hollander

Propaganda en financiën

Het ‘Ondercomiteit Financiën en Propaganda’ probeert elk jaar de uitgaven en inkomsten in evenwicht te houden. Naarmate de jaren vorderen, worden de bedragen groter, de balansen complexer. Bronnen van inkomsten zijn de toelagen van de stad en de handelskamer; geldelijke steun van ondernemingen, handelaars, instellingen en particulieren; inkomsten uit reclame via advertenties in het programmaboekje; de verkoop van steunkaarten en de betalende zitjes op de tribune. Uitgaveposten zijn de aankoop van de bloemen, het drukken van reclameaffiches en programmablaadjes, de geldprijzen voor de bekroonde deelnemers, het huren van cavalcadegroepen, het opstellen van de tribunes en geluidsinstallaties op de Grote Markt,

Door het organiseren van bloemenstoeten trachten de organisatoren een gunstige inslag te hebben op het handelsleven en het bloemenverbruik aan te moedigen. Via het programmaboekje wordt ook reclame gemaakt voor wat het Waasland en de stad Sint-Niklaas te bieden hebben.

De stoet wordt gesponsord door tientallen firma’s en handelaars die vermeld worden in het programmaboekje en een reclamewagen of een bloemenwagen aanbieden. In 1949 kost het 750 fr. om een reclamewagen aan te bieden. Voor een volle bladzijde in het reclameboekje wordt 350 fr. neergeteld. De belangstelling groeit spectaculair. In 1950 wordt het aantal kijklustigen geschat op 80.000 (tegenover 30.000 in 1948). Ze betalen 5 frank voor een programmaboekje of 20 frank voor een tribunezitje. Ook worden huis-aan-huis steunkaarten verkocht. Om een nationaal en internationaal publiek te bereiken worden andere middelen ingezet: via de radio en in de bioscopen worden ‘gesproken’ reclameboodschappen verspreid. Dat gebeurt niet alleen in de plaatselijke cinema’s Century, Scala, Palace, Eden, Select, Casino en Rex maar ook in de bioscopen van Antwerpen, Gent, Willebroek, Boom, Aalst, Dendermonde en Gent. Ook toeristische verenigingen en persorganen worden aangesproken om de bloemenstoeten te promoten.

 

23 juli 1939  |  reclamestoet  |  Waeslandia

N.V. Producten Waeslandia gelegen in de Van Havermaetstraat in Sint-Niklaas, pakt uit met acht reclamewagens.

1939 reclame Waeslandia

De deelnemers

In 1930 bieden particulieren zoals juffrouw Van Acker of de heren Jos Ghijs, Paul Peeters en Henri De Wolf versierde bloemenwagens aan. Ook instellingen en verenigingen zoals Het Gildenhuis, Werk van den Akker, Nationaal Verbond der Oorlogsverminkten en de Bond der Handelaars en Neringdoeners nemen deel. In 1938 en 1939 zet deze tendens zich door. De particulieren en firma’s zijn vaak kwekers of verkopers van bloemen: boomkwekers Gebroeders Petrus en Hippoliet De Wolf uit Haasdonk, bloembinder Felix Smet en bloemisten Gebroeders Ghijs. Ook allerhande verenigingen zetten zich in: Het Waassche Neerhof, Koninklijke Turnkring van Sint-Niklaas, De Donckvrienden, De Vlaamssche Oudstrijdersbond, Koninklijke Tuinbouwmaatschappij, Nationaal Verbond der Krijgsverminkten, Koninklijke Handboogmaatschappij, Waassche Invaliedenbond , e.a. Ook de volgende tien jaar zijn deze deelnemers nog steeds van de partij.

In de naoorlogse periode zijn er opvallende nieuwkomers onder de deelnemende bloemenkwekers en bloemisten: Frans Van Remoortel, Armand Van Poucke en zonen, fam. De Bock–Verhoosel, Delforge- Van Lombergen, Betjes Bloembollenhandel, Gebroeders De Smedt. Ook nieuwe bedrijven zien hun kans om zich te tonen: Jolicor, drukkerij J. D’hondt, brouwerij De Baer, weverij Janssens, Waeslandia, N.V. Nobels, Tuypens, Goedertier, Grand Bazar. Verenigingen zoals Eendracht–Nieuwstraat, Buurtschap Driekoningen of De Kleibeekvrienden en stedelijke diensten bieden in de jaren 1950 een bloemenwagen aan. Ook het aantal deelnemende katholieke verenigingen stijgt in die periode. In 1952 zetten verschillende textielbedrijven een bloemenwagen in: N.V. Tissage Bruggeman, N.V. Cogen en Van Buyten, S.A. La Carpette, N.V. Edmond Meert, N.V. Peeters–Van Royen, Verbrugge Frères,  Vermeulen Gebroeders. Hun deelname is van korte duur. Op het einde van de jaren 1950 daalt het aantal bloemenwagens. Handelaars en firma’s verliezen hun interesse voor een deelname aan het bloemengebeuren, niettegenstaande het oorspronkelijke doel om de handel en nijverheid in Sint-Niklaas te promoten.

1951 nr. 19 Pivo-pils

 

5 augustus 1951  |  Nr. 19  |  Pivo-pils

Aangeboden door Brouwerij De Baer van Vijfstraten in Sint-Niklaas

6 augustus 1961  |  Nr. 4  |  Vogeltje gij zijt gevangen  |  Sint-Niklase Basketball-Club

6 augustus 1961  |  Nr. 6  |  Sylvia  |  Laboratorium N.V. Tuypens

6 augustus 1961  |  Nr. 14  |  De stervende zwaan  |  Herbergiersbond van Sint-Niklaas

(c) foto: Freddy Fels

1961 nrs. 4 - 6 - 14

De ontwerpers

De eerste programmaboekjes vermelden geen namen van ontwerpers. Wellicht zorgen de firma’s of verenigingen zelf voor het tekenen van de wagen. Vanaf 1952 krijgen Sint-Niklase kunstenaars of architecten de opdracht enkele plannen voor een bloemenwagen te tekenen. In 1956 wordt een comité van ontwerpers opgericht. Hierin zetelen vijf leden: architect Fernand Weyers, architect Geo De Bock, kunstschilder Adolf De Rudder, Karel Van Goethem en kunstenaar-technisch leraar Jozef De Beule. In 1958 wordt het comité uitgebreid met glazenier Staf Pyl en schilder Arthur D’hondt. De leden maken schetsen voor firma’s of verenigingen die op hen een beroep doen. De meerderheid van de praalwagens wordt echter getekend door mensen die niet in dit comité zetelen. Hun namen worden steeds vermeld in de programmaboekjes van de stoeten. Deze zijn te raadplegen in het stadsarchief.

1960 Nr. 19 Een groet van op het brugje

7 augustus 1960  |  Nr. 19  |  Een groet van op het brugje

Aangeboden door het personeel van de Stedelijke dienst voor Openbare Werken. Ontworpen door Maurice Fels. Gerealiseerd door de Vereniging der Fleuristen. Locatie: vroegere stadswerkplaatsen (nu: Solidaris Oosterlaan-Singel). Personen op de foto van links naar rechts: Maurice Fels, José De Cock, Freddy Fels en Aloïs Van Den Herten.

(c) foto: Freddy Fels

De juryleden

Reeds in 1930 beoordeelt een jury de deelnemende wagens en reikt prijzen uit. In de jury zetelen vertegenwoordigers uit omliggende gemeenten, meestal bloembinders, bloemenkwekers, kunstschilders, tuinbouwkundigen of leraars aan tuinbouwscholen. Door leden te kiezen die niet in Sint-Niklaas wonen, streeft men onpartijdigheid na. Het stadsbestuur voorziet een bedrag voor geldprijzen en premies. Aanvankelijk worden de deelnemers aan de stoet ingedeeld in drie categorieën: 1) wagens, 2) rijtuigen en 3) groepen.

Het wordt voor de jury steeds moeilijker om de wagens te beoordelen door het zeer diverse aanbod. Er ontstaat een te grote verscheidenheid. Wagens worden ontworpen door kunstenaars, architecten, werknemers van firma’s … Het uitvoeren van plannen gebeurt door buurtbewoners, bloembinders of jeugdverenigingen. Ook het budget dat aan een wagen wordt besteed, loopt sterk uiteen. Een kapitaalkrachtige firma spendeert een groter bedrag voor het aantrekken van een talentvolle ontwerper en het kopen van dure of exotische bloemen voor het bekleden van de wagen en uitwerken van de bloemstukken, het kostumeren van de figuranten op de wagen … Het publiek is het vaak oneens met de uitspraak van de jury en dat lokt wrevel uit bij deelnemers en toeschouwers. Om de rivaliteit te verminderen en een wagen te beoordelen rekening houdend met de soms beperkte mogelijkheden van de bouwers, worden de wagens onderverdeeld in nieuwe categorieën. In 1953 vermeldt het programmaboekje: 

"Art.4. Elke categorie, grote bloemenwagens, kleine bloemenwagens en bebloemde luxewagens, wordt als volgt ingedeeld:

  1. De wagens door vaklieden (bloembinders, bloemenkwekers, e.d.)
  2. De wagens door maatschappijen, zoals Werk v.d. Akker, de sociale dienst van de firma I.M.C., Peters, Nobels, Janssens, e.d.
  3. De wagens door firma’s (vb. Biekens, Waeslandia, e.d.) en handelshuizen (vb. Jolicor) opgemaakt."

 

3 augustus 1952  |  diploma Ereprijs - Gelukwensen van de jury

De voorzitter van de jury was Frans Peeters, rijkstuinbouwconsulent uit Sint-Amandsberg. De overige juryleden: Karel Aertsen, P. Ballinckx, Fonteyne, Lion, E. Stoutemans, Van Sassenbrouck, Herman Verbaere, Verbelen en L. Wery.

1952 Diploma

Parcours en beveiliging

In 1938 kan men voor de ordehandhaving een beroep doen op de scouts. Die taak wordt in 1939 overgenomen door de stadsdiensten die indien nodig, kunnen rekenen op de steun van het Rode Kruis. Ook politie en rijkswacht worden ingeschakeld. Zij bemannen een aantal posten verspreid over de stad (Ster, kruispunt Glycerinenplein-Koningin Astridlaan, Tereken-Koningin Astridplein, Raap-Nieuwe Molenstraat) en een coördinatiepost in de rijkswachtkazerne in de Vermorgenstraat. Zij leiden het verkeer in goede banen via omleidingen en verwijzen automobilisten naar parkeergelegenheden aan de stadsrand. Fietsers dienen hun rijwiel achter te laten op parkeerplaatsen in de Plezantstraat, Beekstraat en Tereken. Vooraf vinden vergaderingen plaats met autobusuitbaters en afgevaardigden van de buurtspoorwegen.

Er is ook begeleiding tijdens de stoet. Het parcours varieert van jaar tot jaar. De Lodewijk De Meesterstraat en Hospitaalstraat liggen vaak op de route om zieken de kans te geven de stoet te zien passeren. Te smalle straten en te scherpe bochten zijn hinderlijk voor de bewegingsmogelijkheden van de wagens. Soms is het traject meer dan 8 km lang, niet min voor het uithoudingsvermogen van de deelnemers.

1939 Rijkswacht

 

23 juli 1939  |  Opening van de stoet

Gendarmes te paard en de reuzen Janneke en Mieke en Sinterklaas openen de stoet.

Met dank aan: