Het team openbare reinheid staat dagelijks in voor het onderhouden van straten en pleinen en voor het ophalen van afval en zwerfvuil. Deze noodzakelijke opdracht is lange tijd niet zo vanzelfsprekend. Eeuwenlang belandt het afval gewoon op straat. Omwille van de volksgezondheid grijpt het stadsbestuur in. In 1936 wordt een stedelijke reinigingsdienst in het leven geroepen.
Eind negentiende eeuw wordt het ophalen van vuilnis en het legen van beer- en pisputten in de stadskern uitbesteed aan pachters. Vaak zijn dit landbouwers die het afval verder sorteren, verbranden, storten, verkopen of hergebruiken als bemesting of veevoeder. In de buitenwijken wordt geen afval opgehaald. De inwoners verbranden en begraven er hun afval zelf. Tot begin twintigste eeuw stellen ook particulieren tegen betaling delen van hun tuin ter beschikking als stortplaatsen. Dat is ook het geval in de gelaagputten van de familie Rombaut in de Driegaaienstraat.